Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

De fiscale consequenties van het opheffen van de bv

Geplaatst op: 22-11-2023, 14:15:39

Het aantal faillissementen ligt ondanks toch wat vrij moeizame economische omstandigheden nog altijd relatief laag. Maar uit de cijfers blijkt óók dat een grote groep ondernemers het ook niet laat aankomen op een faillissement. Zij houden het al eerder voor gezien en heffen zelf hun bv op. Wat heeft dat voor fiscale gevolgen?

Allereerst: ‘het voor gezien houden’, houdt bij een bv wat meer in dan de deur op slot draaien. Een bv moet namelijk ontbonden worden. Dat moet via een besluit, meestal van de vergadering van aandeelhouders. Dan is de vraag of er nog baten in de bv zitten (dat kunnen ook vorderingen zijn). Zo niet, dan houdt de bv meteen op te bestaan.

Een turboliquidatie kan als er geen vermogen meer in de bv zit

Liquidatieprocedure als er baten zijn

Zijn er nog wel baten, dan komt er een liquidatieprocedure. Dat kan de uitgebreide variant zijn, waarbij de bv onder meer een aankondiging moet plaatsen in een landelijk dagblad. Ook wordt er een plan gemaakt voor de vermogensverdeling, waartegen schuldeisers nog bezwaar kunnen maken. Zo niet, dan wordt het vermogen volgens plan verdeeld en houdt de bv (enkele maanden na het ontbindingsbesluit) op te bestaan. Een turboliquidatie kan ook, dat is veel sneller. Een eis hiervoor is dat er geen vermogen (meer) in de bv zit. Wel gelden er per 15 november 2023 strengere regels voor turboliquidaties. Zo moet het bestuur méér informatie aanleveren aan schuldeisers.

Gooi de papieren niet weg!

De bv is beëindigd, maar de administratie moet nog even voortbestaan. De fiscale bewaartermijn blijft namelijk gelden. U zult dus de basisadministratie minstens zeven jaar moeten bewaren, en gegevens over onroerend goed zelfs tien jaar. Dat mag ook digitaal. Wel moet de bv een bewaarder aanwijzen, die na opheffing ook wordt ingeschreven in het Handelsregister.

Uitschrijven uit Handelsregister

Dan over naar de fiscale gevolgen van een bv-opheffing. Om het overzicht te houden gaat dit artikel uit van een holding-bv die alle aandelen houdt in een werk-bv. Een dga houdt alle aandelen van de holding.

Als de bv eenmaal is uitgeschreven uit het Handelsregister, meldt de Kamer van Koophandel (KvK) dat aan de Belastingdienst. De fiscus stuurt vervolgens een brief waaruit blijkt of de ondernemer nog een laatste BTW-aangifte moet doen (meestal wel). Pas daarna krijgt de ondernemer van de Belastingdienst de definitieve bevestiging dat diegene geen BTW-ondernemer meer is.

Afrekenen over reserves

Daarnaast moet er een laatste VPB-aangifte volgen. Ook hierbij maakt het veel verschil of er nog wel of geen vermogen in de bv zit. Want bij deze aangifte zal de ondernemer moeten afrekenen over aanwezige stille of fiscale reserves, zoals een egalisatiereserve. Ook als de bv in de vijf voorgaande jaren nog investeringen heeft gedaan en daar aftrek voor heeft gekregen, moet daarover afgerekend worden. Dan is namelijk de desinvesteringsbijtelling van toepassing op de aangeschafte bedrijfsmiddelen.

Stoppen met een eenmanszaak

Een ondernemer met een eenmanszaak die wil stoppen heeft veel dezelfde aandachtspunten als een dga die een bv opdoekt. Eventuele voorraden moeten worden afgehandeld, leningen afgelost en klanten geïnformeerd. Maar de opheffing gaat een stuk simpeler, namelijk via het online invullen van een formulier van de KvK. Verder moet de ondernemer ook een laatste BTW-aangifte doen en de zakelijke IB-aangelegenheden afronden. Daarbij kan de ondernemer mogelijk wel stakingsaftrek claimen, iets wat een bv niet kan. 

Afrekenen in box 2

De opheffing heeft ook privégevolgen voor de dga, want die raakt zijn aandelen in de bv kwijt. Het liquideren van een bv wordt fiscaal gelijkgesteld met een verkoop. De dga moet dus afrekenen in box 2 van de IB. Daarbij is van belang of er een winst of juist een verlies ontstaat uit deze som: de liquidatie-uitkering minus het originele aankoopbedrag van de aandelen.

Blijft er een plus over, dan moet hij dat aangeven als inkomen in box 2. Is er een verlies, dan valt dat mogelijk nog te verrekenen met inkomsten in box 2 uit het voorgaande jaar of de volgende zes jaar. Lukt dat niet, dan kan de dga het verlies onder voorwaarden laten omzetten in een belastingkorting in box 1.

Bron: verdiepingsartikel van 10 november 2023 op www.rendement.nl

Ga terug naar de vorige pagina